Skip to main content

Wat doen wij met jouw melding?

Als je een gewonde of verzwakte zeehond tegenkomt kun je bij ons een melding doen. Deze melding is eigenlijk de eerste stap om een zeehond te helpen die in de problemen zit. Op deze pagina leggen we uit wat er gebeurt als je ons belt over een gestrande zeehond.  

zeehond wordt opgevangen

Jouw telefoontje komt binnen bij een strandingscoördinator

Wanneer je bij ons een melding maakt van een gestrande zeehond, krijg je onze strandingscoördinator aan de lijn. We stellen vragen over de locatie en toestand van de zeehond. En we vragen je om op afstand te blijven.

We sturen er een zeehondenwachter op af

Zodra we de locatie en een omschrijving van de zeehond hebben, bellen we met de zeehondenwachters in de buurt. Eén van de zeehondenwachters gaat naar de locatie van de zeehond toe.

De zeehondenwachter overlegt de toestand van de zeehond met ons

Op locatie maakt de zeehondenwachter foto’s en filmpjes van de zeehond. Die sturen zij dan naar ons door, zodat onze dierenartsen kunnen meekijken. Samen bepalen we hoe het met de zeehond gaat en of het nodig is om hem op te vangen.

Er zijn dan een aantal situaties die zich kunnen voordoen:

  • 1: Er hoeft niets te gebeuren met de zeehond

    Het kan zijn dat de zeehond alleen rust nodig heeft. Als dat gewoon op het strand kan, dan vraagt de zeehondenwachter aan omstanders de zeehond met rust te laten. Het dier kan dan aansterken en later terug naar zee gaan.

  • 2: De zeehond moet verplaatst worden

    Als er te veel mensen op de locatie zijn, is het moeilijk voor de zeehond om uit te rusten. In zulke gevallen vragen we de zeehondenwachter om de zeehond op een rustigere plek te leggen. Daar kan het dier uitrusten en daarna weer verdergaan.

  • 3: De zeehond is verstrikt, maar kan ter plaatse geholpen worden

    Zeehonden die in een net verstrikt zijn geraakt, hoeven niet altijd opgevangen te worden. We kunnen ze vaak ook op het strand al helpen als ze niet ernstig gewond zijn. De zeehondenwachter zal de zeehond vangen en het net losknippen. Daarna kan de zeehond meteen weer z’n gang gaan.

  • 4: Het is een pup, maar we weten (nog) niet waar de moeder is

    Zeehondenmoeders laten hun pups soms even achter als ze zélf wat moeten eten. De pups liggen soms urenlang alleen, maar de moeder komt bijna altijd weer terug. Om te zien of dit het geval is, gaat de pup bij ons in observatie. Dit betekent dat de zeehondenwachter om de zoveel tijd even bij de pup gaat kijken.

    Is na 24 uur de moeder nog steeds niet terug? Dan heeft ze haar pup waarschijnlijk verlaten. In dat geval zal de zeehondenwachter het dier meenemen naar het Zeehondencentrum.

  • 5: De zeehond is ziek, maar kan misschien zelf beter worden

    We houden de zeehond in de gaten om te zien of het dier vanzelf weer het water in gaat. Net als bij de pups gaat de zeehondenwachter om de zoveel uur even terug om te kijken hoe het met de zeehond gaat.

    Alleen als het na 24 uur nog steeds slecht gaat, nemen we de zeehond mee.

  • 6: De zeehond is zó ernstig gewond of ziek, dat het meteen naar de opvang moet

    In ernstige gevallen is er geen tijd om het dier te observeren. Of moet het dier voor het eind van de observatieperiode al mee. Bijvoorbeeld als deze ernstig gewond is. Om de zeehond te redden, moeten we het direct naar het Zeehondencentrum brengen. De zeehondenwachter doet dit alleen in overleg met onze dierenartsen. Zij nemen altijd het laatste besluit over het wel of niet opvangen van zeehonden.

    De zeehondenwachter brengt de zeehond bij ons

    De zeehondenwachter is de persoon die het dier zal vangen en vervoeren. Zij zijn hiervoor getraind en hebben er de juiste spullen voor. We zijn constant met de zeehondenwachter in contact, zodat we de beste keuze voor de zeehond kunnen maken. Het is daarom heel belangrijk om goed te luisteren naar wat de zeehondenwachter zegt.

    Hoe weet je of een zeehond al bij ons bekend is?

    Als we een zeehond in observatie hebben, blijft de zeehondenwachter niet de hele tijd naar het dier kijken. Met een felle oranje-, geel-, of groengekleurde verf zetten we een streep op de rug van de zeehond. We kunnen de zeehond meteen herkennen aan de markering als we terugkomen op locatie.

    Het beste wat je in dit geval kan doen, is de zeehond rust geven. Houd altijd 30 meter afstand, zorg ervoor dat honden aangelijnd zijn. Probeer ook anderen op afstand te houden. Het is niet erg om ons alsnog even te bellen, maar het is niet noodzakelijk.