Skip to main content

Auteur: Marco Boshoven

Oesterbank

Japanse oester

Kennisbank

Wetenschappelijke naam: Crassostrea gigas (soms Magallana gigas) 
Familie: Ostreidae, de oesterfamilie 
Grootte: gemiddeld 10-15 cm, hoewel uitzonderlijke gevallen 30 cm kunnen bereiken. 
Distributie: vrijwel wereldwijd 
Status: niet bedreigd 

Kom langs bij onze expositie over de Japanse oester!

Meer informatie

Bekijk ook

  • Oesterbank

Uiterlijke kenmerken

De Japanse oester is een langwerpig tweekleppig schelpdier. Tweekleppig betekent dat de oester twee schelpkleppen heeft, net zoals een mossel. De schelpen zijn een kleurenmix van verschillende tinten wit en grijs. Bij een volwassen oester is de onderste schelp gekromd en dieper dan de bovenste schelp. De schelpen zijn onregelmatig gevormd met randen en ribbels. Soms kun je zeepokken op de schelpen van de Japanse oester vinden; dat zijn kleine kreeftachtige diertjes in een stevig wit huisje. Ben jij wel eens een Japanse oester tegengekomen? Of misschien heb je er wel eens één gegeten.  

De Japanse oester groeit van april tot oktober. Van november tot maart groeit de oester niet en kan het dier zelfs vermageren [8]. Dat heeft te maken met de temperatuur van het water. Ze hebben een voorkeur voor een temperatuur tussen de 11 en 34 graden. De snelheid waarmee ze voedsel uit het water filteren ligt in de warmere maanden ook hoger dan in de wintermaanden [8].  

Wist je dat…

…Een oester wel 20 jaar kan worden? [8] 

Oesters hebben groeilijnen, zoals bomen dat ook hebben. Toch is het niet makkelijk om dat precies af te lezen en dus te weten hoe oud een oester precies is [*].  

Groei van Japanse Oester

Een Japanse oester bestaat uit de volgende onderdelen [8]:  

  • Twee schelpkleppen 
  • Kieuwen 
  • Mantel 
  • Mond 
  • Mondlappen 
  • Scharnier 
  • Gonade 
  • Hart 
  • Sluitspier 
  • Anus 

      Verspreiding en status

      De Japanse oester kent zijn oorsprong – zoals de naam al doet vermoeden –  in Japan. Maar het dier is ook inheems aan Korea. De Japanse oester gedijt goed in koude wateren en wordt veelvuldig gebruikt in aquacultuur. Aquacultuur is het kweken van waterplanten en -dieren. In de vorige eeuw werd de soort door de mens geïmporteerd in verschillende landen, waaronder het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Ierland, Australië en Nederland, om er een paar te noemen.  

      Hoewel het de bedoeling was om de oestersoort alleen in aquacultuur te gebruiken ter vervanging van de inheemse platte oester, ‘ontsnapte’ de soort. Kort daarna begon het dier zich snel in die landen te vestigen. Daarnaast is de soort ook per ongeluk in landen als Noorwegen, Denemarken en Nieuw-Zeeland terechtgekomen. Dit is ook in Nederland gebeurd. 

      De Japanse oester kan met vrij weinig moeite snel nieuwe gebieden overnemen. Ze groeien snel vergeleken met andere oestersoorten, en kunnen vaak beter tegen vervuiling en ziektes. Door hun vermogen om zich snel te vestigen en te concurreren met inheemse soorten, wordt de Japanse oester als invasieve soort gezien (en soms zelfs als een plaag). 

      Status: niet bedreigd

      Er is de zorg dat de Japanse oesters inheemse soorten verdringen, wat zou kunnen leiden tot het lokaal uitsterven van die soorten. Dit zou vervolgens leiden tot een verminderde biodiversiteit. De Japanse oester zelf wordt daarom niet als een bedreigde soort gezien. 

      De Japanse oester in Nederland 

      De Japanse oester wordt gezien als een exoot, wat betekent dat deze oester oorspronkelijk niet in Nederland voorkomt. Een exoot kan bewust of per ongeluk worden vervoerd naar een nieuwe plek. Per ongeluk kan bijvoorbeeld komen doordat ze met de scheepsvaart mee zijn gelift naar een nieuwe plek waar ze zich konden vestigen. Dat is niet het geval bij de Japanse oester in Nederland. 

      In Nederland is deze oestersoort in 1964 namelijk bewust geïntroduceerd om ze te kweken in de Oosterschelde, Zeeland [1]. Dit werd gedaan omdat het slecht ging met de andere, inheemse oestersoort in Nederland: de platte oester. Door overbevissing, ziektes en koude winters nam het aantal platte oesters enorm af [2].  

      Mensen dachten dat de Japanse oester zich niet kon voortplanten in de Nederlandse zee, vanwege de lage watertemperatuur. Dit bleek wel het geval te zijn, en toen heeft deze oester zich in snel tempo verspreid. In 1976 vond de eerste uitbraak plaats van larven van de oester, in 1982 de tweede uitbraak en toen was de soort definitief gevestigd. Aan het eind van 1976 werd de import van Japanse oesters verboden, maar toen was de Japanse oester al verspreid [edepot]. De soort begon de verspreiding in de Waddenzee in 1983 bij Texel [3].  

      Plek in het ecosysteem

      De soort wordt door sommige mensen gezien als een plaag. Een exoot die in een nieuw gebied wordt geïntroduceerd kan grote gevolgen hebben. Sommige soorten verdrijven inheemse soorten, anderen nemen een extra of lege plek in in het ecosysteem.  

      De Japanse oester heeft de lege plek van de platte oester ingenomen. Deze oester heeft veel invloed op de omgeving in de Waddenzee. Ondertussen heeft de Japanse oester zich al tientallen jaren gevestigd in Nederland en zal die niet snel weer verdwijnen. Wat vind jij van de Japanse oester in de Waddenzee? 

      Als exoot heeft deze soort geen beschermde status in Nederland. Dit betekent dat kleinschalige handmatige oogst toegestaan is. Je kan de Japanse oester eten: in restaurants worden voornamelijk Japanse oesters gegeten.  

      Wist je dat…

      De Japanse oester in Zeeland op het menu staan onder de naam creuse?  

      Oesters in de Waddenzee 

      In 2002 werd de eerste oesterbank van de Waddenzee in kaart gebracht [12]. Vanaf dat moment nam het aantal oesterbanken daar toe. In de oostelijke Waddenzee hebben de Japanse oesters zich gemengd met bestaande mosselbanken. Maar in het westelijke deel vonden de oesters nieuwe plekken om zich uit te breiden.  

      Familie van oesters 

      De Japanse Oester lijkt erg veel op de Portugese oester (Crassostrea angulata). Zelfs zo erg, waardoor onderzoekers eerst dachten dat het dezelfde soort was. Onderzoek uit 2010 naar hun DNA geeft bewijs dat het wel om twee verschillende soorten gaat. Zo’n 2,7 miljoen jaar geleden zijn ze genetisch van elkaar gescheiden en zo lang zijn ze dus een andere soort [6]. 

      Het genoom van hun mitochondriale DNA verschilt 3%. Voor jouw beeldvorming: bij mensen en chimpansees is dit verschil 4% [16]. Doordat deze oesters zo op elkaar lijken bestaat er een theorie dat ze een recente voorouder hebben.  

      De Japanse oester komt oorspronkelijk uit Azië. De Portugese oester werd beschreven dat hij oorspronkelijk juist in de Noordoost Atlantische Oceaan voorkomt. Er is een theorie dat de Portugese oester wel uit Azië komt en op verschillende momenten in de geschiedenis geïntroduceerd is in Europa [7]. Het is nog niet bekend waar deze soort oorspronkelijk vandaan komt. 

      Leefomgeving van de Japanse oester: oesterrif

      De Japanse oester heeft een harde bodem nodig om zich aan vast te hechten, zoals een rotsbodem, stenen of palen. Ze kunnen ook gebruik maken van schelpdieren, zoals andere oesters en mossels om zich aan vast te binden.  

      De oesters komen voor in litorale gebieden (altijd onder water) en beschutte sublitorale gebieden (staat droog met eb). Ze kunnen op een diepte voorkomen van 4 meter, maar bij een scan van de Oosterschelde in Zeeland, zijn de schelpdieren op een diepte van 42 meter aangetroffen [*]. 

      De Japanse oester kan een rif vormen met veel andere oesters. Een rif is een ondiep stuk in zee dat gemaakt is op een harde ondergrond. Op veel plekken in de wereld bestaat een rif uit koraal, maar in Nederland zijn het de schelpdieren die een rif kunnen vormen. Zo heb je oesterriffen en mosselriffen. 

      Het oesterrif kan volledig uit oesters bestaan, maar ook uit een combinatie van oesters met mosselen. Zodra een oester zich heeft vastgemaakt aan een harde ondergrond kan deze oester dezelfde harde ondergrond bieden aan een nieuwe Japanse oester. Zo kunnen oesterriffen continu aangroeien. Na verloop van tijd sterven de oude oesters, maar hun schelpen blijven aanwezig.  

      De omgeving, zoals de stroomsnelheid van het water, heeft invloed op de vorming en het behoud van een oesterrif. Als de stroomsnelheid te hard is kunnen oesterlarven zich niet vestigen. Ook kunnen daardoor oesters van het rif afbreken. 

      Biobouwer

      De omgeving heeft niet alleen effect op de Japanse oester: andersom heeft de oesterbank ook invloed op de omgeving van de Waddenzee. Daarom noemen we oesterbanken ook wel biobouwers: een biobouwer is een soort die zijn omgeving sterk kan veranderen. Een Japanse oester doet dit door: 

      • Een harde ondergrond te maken op een zandachtige omgeving. 
      • Het troebele water helder te maken zodat er meer licht doorheen schijnt: het water wordt gefilterd. 

      Door de omgeving zo sterk te veranderen heeft dit invloed op andere dieren en planten die in de Waddenzee leven. Ze bieden een ander leefgebied aan, waardoor dit allerlei levende wezens aantrekt.  

      Op en tussen de oester vind je mosselen, maar ook begroeiing van wieren zoals de zee-eik. In de luwte van de oesterbank en/of de getijdenpoel die na vloed overblijft vind je: zeepokken, garnalen, kreeftjes, slakjes, alikruiken, krabbetjes, anemoontjes, zakpijpen. Bij het droogvallen van de top van de oesterbank komen er vogels op af op zoek naar eten, zoals lepelaars en steenlopers. Vissen zoeken de beschutting van de oesterbank op en komen af op het voedsel dat er te vinden is. Een bekend voorbeeld daarvan zijn de harders.  

      Invloed van Japanse oester op andere soorten

      Uit onderzoek blijkt dat mosselen een grotere overlevingskans hebben op een gemixte oesterbank dan op een pure mosselbank. De Japanse oesters beschermen de mosselen doordat het moeilijker is voor vogels om tussen de oesters de mosselen eruit te pikken. Aan de andere kant hebben mosselen op zo’n gemengde bank wel minder vlees, waarschijnlijk omdat ze moeten concurreren voor eten met de Japanse oester [10]. Ook is in 2016 gezien dat de inheemse platte oester gebruik maakt van schelpen van Japanse oesters om zich aan vast te hechten [2]. 

      Wist je dat…

      De Japanse oester het zeewater filtert? Zo komt het dier aan zuurstof en zijn voedsel.

      Dieet en foerageren 

      De Japanse oester filtert het zeewater om aan zuurstof te komen en om planten en dieren op te eten. Ze zijn dus afhankelijk van de stroming en snelheid van het water, maar ook het voedsel dat in het water zit [8]. De kieuwen filteren de deeltjes die ze opeten. Ze eten vooral algen (fytoplankton), maar ook larven en zaad van andere dieren zoals mosselen (zoöplankton), bacteriën en dood organisch materiaal [8,*]. Ook halen ze kalk uit het water om hun schelp te laten groeien. 

      Vijanden van de Japanse oester 

      De Japanse oester is zelf ook een prooidier. Hij wordt gegeten door mensen, maar ook door een aantal vogelsoorten zoals meeuwen en scholeksters [4]. Scholeksters steken hun snavel in een Japanse oester die een beetje openstaat, waardoor ze hem verder openspreiden en kunnen opeten.  

      Meeuwen laten de oesters vanuit de lucht op de grond vallen. Dat is de reden dat je vaak rond de Waddenzeedijken kapot (gegooide) oesterschelpen ziet liggen [5]. Daarnaast eten ook krabben, kreeften, zeesterren en vissen de oestersoort op [8,*]. Er bestaat zelfs een zeeslak genaamd de oesterboorder die vooral jonge oesters openboort en opeet [13]. 

      Een parel op het Wad

      Japanse oesters en ook mosselen kunnen parels vormen. Dat is een reactie van het dier op zandkorrels die ze binnenkrijgen tijdens het filteren van het water. Die zandkorrels zijn scherp en het dier beschermt zich door parelmoer rondom de korrels af te zetten. Het is vrij zeldzaam om een parel van een Japanse oester te vinden. 

      Levenscyclus van Japanse oester 

      Voortplanting

      Japanse oesters zijn hermafrodiet, wat betekent dat ze van geslacht kunnen veranderen. Larven van Japanse oesters beginnen meestal mannelijk en kunnen tijdens hun leven van geslacht veranderen.  

      Volgens een onderzoek in 2020 kunnen ze zelfs meerdere keren in hun leven van geslacht wisselen. Niet alle oesters veranderden van geslacht. 58% was hermafrodiet, terwijl 42% niet van geslacht veranderden. Daarvan was 34% een vrouwtje, en 8% een mannetje. Na 6 jaar iedere oester observeren was de verdeling overwegend in het voordeel van vrouwtjes gekieperd. 

      Op een leeftijd van 8-10 maanden worden ze pas geslachtsrijp als de temperatuur van het water meer dan 12 graden is [9]. Dan kunnen ze na 3-4 jaar van geslacht veranderen.  

      Bevruchting bij Japanse oesters 

      Bij oesters vindt de bevruchting van het eitje in zee plaats. Vrouwelijke oesters kunnen per jaar tussen de 1.000.000 en 100.000.000 eitjes loslaten [8]. De eitjes laten ze vanuit hun lichaam vrij en zweven dan in het water. Tegelijkertijd laten de mannetjes hun zaadcellen ook in het water vrij. Dit proces gebeurt vooral in de maanden juli en augustus, als de omstandigheden goed zijn [9]. Dat betekent: minstens 15-16 graden Celsius en genoeg voedsel in zee. Maar het kan ook plaatsvinden in juni en september [15].  

      Als een eicel een zaadcel vindt, dan wordt het eicel bevrucht en ontwikkelt het zich in 1 dag tot een larve [8]. De bevruchte larven drijven tussen de 15 en 30 dagen rond in zee door middel van de stroming [9]. Dat maakt de larve van een Japanse oester in die levensfase zoöplankton. Zoöplankton zijn dieren in zee die niet of nauwelijks tegen de stroom in kunnen bewegen.  

      De kans dat je het als larve overleeft is ontzettend klein. Allerlei vissen en andere schelpdieren zoals mosselen en oesters filteren hun eten uit het water. Daarbij filteren ze ook oesterlarven uit het water. 

      Volwassen fase 

      In 15-30 dagen tijd ontwikkelen de oesterlarven een schelp. Als de schelp te zwaar wordt om mee te drijven, dan zakt een larve naar de bodem om zich vast te zetten op een harde ondergrond. Dit doen ze met een soort ‘cement’ dat uit een klier aan de basis van hun net ontwikkelde voet komt [11]. De oester zit permanent op deze plek vast. 

      Jonge larven kunnen volwassen oesters opmerken door de stoffen die de volwassen oesters uitscheiden in het water. Omdat jonge oesters een voorkeur hebben voor een plek waar al oesters zitten, kunnen ze op deze manier een oesterrif opzoeken en dus zo groter maken [11]. Een Japanse oester kan zo een leeftijd van 20 jaar bereiken [14]. 

      Bronnen: 

      1. https://www.deltaexpertise.nl/wiki/index.php/OS_Ontwikkeling_populatie_Japanse_oester_VN 
      2. https://www.wur.nl/nl/nieuws/japanse-oester-helpt-bedreigde-nederlandse-platte-oester.htm  
      3. http://www2.alterra.wur.nl/internet/webdocs/pdffiles/AlterraRapporten/AlterraRapport909.pdf  
      4. https://www.nederlandsesoorten.nl/linnaeus_ng/app/views/species/nsr_taxon.php?id=137373  
      5. https://www.ecomare.nl/verdiep/leesvoer/dieren/dieren-van-de-wadden/japanse-oester/  
      6. Ren, J., Liu, X., Jiang, F., Guo, X., & Liu, B. (2010). Unusual conservation of mitochondrial gene order in Crassostrea oysters: evidence for recent speciation in Asia. BMC Evolutionary Biology, 10(1), 394. doi:10.1186/1471-2148-10-394 https://sci-hub.se/10.1186/1471-2148-10-394  
      7. Deborah M. Power, Jonathan W. King, Frederico M. Batista, Ana Grade, Hicham Chairi, et al.. New insights about the introduction of the Portuguese oyster, Crassostrea angulata, into the North East Atlantic from Asia based on a highly polymorphic mitochondrial region. Aquatic Living Resources, 2016, 29 (4), pp.404. ff10.1051/alr/2016035ff. ffhal-01483208f 
      8. Ecologisch profiel van de Japanse oester. https://edepot.wur.nl/18976  
      9. https://www.nederlandsesoorten.nl/linnaeus_ng/app/views/species/nsr_taxon.php?id=137373&cat=152  
      10. https://www.nioz.nl/en/news/japanse-oester-helpt-nederlandse-mossel-een-handje  
      11. https://www.nemokennislink.nl/publicaties/een-ongewenste-vreemdeling/  
      12. https://www.clo.nl/indicatoren/nl1559-arealen-mossel–en-oesterbanken-in-de-waddenzee  
      13. https://www.geintegreerdevisserij.nl/kompas/oesters/voedselweb/  
      14. https://www.geintegreerdevisserij.nl/kompas/oesters/biologie/  
      15. Factsheet oester – Stichting geïntegreerde visserij (2017) 
      16. Varki A, Altheide TK. Comparing the human and chimpanzee genomes: searching for needles in a haystack. Genome Res. 2005 Dec;15(12):1746-58. doi: 10.1101/gr.3737405. Erratum in: Genome Res. 2009 Dec;19(12):2343. PMID: 16339373. 
        *Jaap Vegter, Stichting Geïntegreerde Visserij en coördinator van het veldstation Waddenloods in Lauwersoog.

      Op deze pagina

      Lees verder

      Lees verder

      Zoo en Wildlife health conferentie 2023

      Nieuws

      Van 7-10 juni hebben Matilde Trambajolo (stagiaire dierenarts) en Anna Salazar Casals (dierenarts) de Gezondheidsconferentie Dierentuinen en Wilde Dieren 2023 bijgewoond, die plaatsvond in Valencia.

      Bekijk ook

      • presentation Mathilde zoo and wildlife health conference

      • presentation Mathilde zoo and wildlife health conference

      De organisatoren zeiden: “Deze conferentie biedt een uniek platform voor leden van de veterinaire gemeenschap, liefhebbers van wilde dieren en natuurbeschermers van over de hele wereld, om samen te komen, te discussiëren en kennis uit te wisselen over verschillende onderwerpen, waaronder de laatste vorderingen in onderzoek en de beste praktijken in het behoud van wilde dieren, diergeneeskunde en dierenwelzijn. Nu we geconfronteerd blijven worden met een snel veranderende wereld van opkomende ziekten, habitatverlies en klimaatverandering, is het werk van dierenartsen in dierentuinen en wildparken belangrijker dan ooit. Ons beroep speelt een cruciale rol in zowel het behoud van bedreigde diersoorten als de bescherming en het welzijn van de dieren onder onze zorg. Onze inzet, expertise en inzichten zijn van onschatbare waarde voor de bredere wetenschappelijke gemeenschap, beleidsmakers en het publiek.”

      De conferentie was erg interessant, de inhoud erg leuk en informatief, en de mensen ontzettend aardig en bereid om te leren en samen te werken.

      Matilde presenteerde een project dat ze deed voor haar masterthesis in de dierentuin van Barcelona. In dit project werd gekeken naar resistentie tegen antibiotica in de dierentuin. Ze keek naar verschillende monsters van verschillende dieren en controleerde op antimicrobiële resistentie. Matilde presenteerde haar resultaten. Dit is de samenvatting van haar presentatie:

      “Het potentieel voor het ontstaan van antibioticaresistentie (AR) in dierentuinen vormt een uitdaging voor de juiste behandeling van individuen en een potentiële bedreiging voor de volksgezondheid. Deze retrospectieve studie was gericht op de kenmerken van AR bij zoogdieren gehouden in de dierentuin van Barcelona tussen 2016-2021. Bacteriële kweken (n=1026) werden uit klinische dossiers gehaald, waarvan 29% positief was met beschikbare antibiogrammen (n=298). Hiervan werden 238 antibiogrammen geselecteerd volgens een “eerste-bacterie-genus-per-isolaat-per-patiënt” methodologie, voornamelijk van Bovidae (n=63), Delphinidae (n=41) en Hominidae (n=32). AR werd beoordeeld met inbegrip van het jaarlijks voorkomen van multidrugresistentie (MDR) (d.w.z. bacteriën die resistent zijn tegen drie of meer antibioticaklassen)a, het genereren van een cumulatief antibiogram (CA) (d.w.z. gevoeligheid van de tien meest geïsoleerde bacteriën voor de tien meest gebruikte antibiotica)b,c, en niet-gevoeligheidstrends voor geselecteerde pathogenen. De meest geïsoleerde bacteriën waren Escherichia spp. (n=78), Pseudomonas spp. (n=44) en Staphylococcus spp. (n=42). Jaarlijkse MDR-percentages schommelden tussen 28% (9/32 isolaten, 2018) en 72% (13/18, 2016; 20/28, 2019), zonder vastgestelde evolutie. De CA onthulde lage gevoeligheid van de meeste Gram-negatieve bacteriën voor ampicilline (0-70%; x̄=15%) en cefalexine (13-81%; x̄=35%). Ook Pseudomonas spp. vertoonde lage gevoeligheid voor verschillende antibiotica (0-86%; x̄=43%). De jaarlijkse ongevoeligheidspercentages daalden significant voor Escherichia, maar stegen voor Pseudomonas en Enterococcaceae (p<0,05). Over het algemeen werd AR aangetoond voor bacteriële isolaten in de dierentuin van Barcelona, wat de noodzaak voor een rationeel gebruik van antibiotica onderstreept. Bovendien laat deze studie zien hoe CA kan dienen als leidraad voor empirische voorschriften wanneer deze voorzichtig worden uitgewerkt en geïnterpreteerd.”

      Anna presenteerde de resultaten van het artikel dat in augustus 2022 werd gepubliceerd over zeehondenverstrikkingen. Het publiek was erg blij met de inhoud van de lezing en was verrast door de resultaten. Dit is de samenvatting van Anna’s presentatie: “In de afgelopen decennia is de hoeveelheid marien afval in onze oceanen toegenomen, wat heeft geleid tot meer interacties tussen afval en dieren. Meer interacties leiden vervolgens tot meer verstrikkingen, waardoor het normale gedrag van een dier verandert en zijn overleving mogelijk wordt beïnvloed. De huidige studie verzamelde informatie over twee soorten fociden, gewone zeehond (Phoca vitulina) en grijze zeehond (Halichoerus grypus), die gedurende 11 jaar (2010-2020) langs de Nederlandse kust (n=145) werden getroffen door marien afval. De gegevens omvatten strandingen en waarnemingen van levende en dode dieren die werden gemeld bij een van de drie Nederlandse rehabilitatiecentra voor zeehonden. De resultaten van onze studie laten zien dat: (i) het aantal verstrikte zeehonden is verviervoudigd gedurende de onderzoeksperiode, (ii) 67% van de verstrikte dieren jonge dieren waren, (iii) het aantal verstrikte grijze zeehonden meer dan 4 keer zo hoog was als dat van gewone zeehonden, terwijl gewone zeehonden meer kans hadden om puin in te slikken, en (iv) 88% van het puin dat verstrikking veroorzaakte afkomstig was van de visserij/botenindustrie. De verschillen tussen de soorten die we vonden kunnen worden verklaard door verschillen in hun gedrag, hun foerageerstrategieën en hun habitatvoorkeuren. Er was geen consensus bij het rapporteren van laesies of verstrikkend materiaal, waardoor geen verdere analyse mogelijk was. Toekomstig onderzoek op dit gebied zal enorm profiteren van het standaardiseren van gegevensverzameling en voor dit doel presenteren we een nieuw gedetailleerd strandingsformulier. Ondanks de toegenomen publieke bewustwording over de negatieve milieueffecten van marien afval, zijn er meer initiatieven en beleid nodig om de bescherming van het mariene milieu in Nederland te garanderen.”

      Dankzij deze conferentie hebben Matilde en Anna contact gehad met met veel dierenartsen van over de hele wereld en het werk van Zeehondencentrum Pieterburen onder de aandacht te brengen. Verder hebben verschillende studenten diergeneeskunde van verschillende Europese universiteiten deze conferentie bijgewoond en waren geïnteresseerd in onze educatieve programma’s, zowel in dierengeneeskunde als in de zeehondenzorg afdeling.


      Lees verder

      Lees verder

      Het Zeehondencentrum slaat alarm om gekwelde pups

      Nieuws

      Van selfies tot stenen gooien, zeehondenpups vinden nergens rust

      Zeehondencentrum Pieterburen heeft de afgelopen twee weken veel te veel gevallen meegemaakt van verstoorde zeehondenpups. In de afgelopen weken zijn er 33 zeehondenpups opgevangen in Zeehondencentrum Pieterburen. Hiervan zijn 10, een derde van alle gevallen, aantoonbaar door acties van het publiek in de opvang terecht gekomen. Het centrum benadrukt nogmaals dat door het in 2020 getekende Zeehondenakkoord dit strikt verboden is.

      Bekijk ook

      Het Zeehondencentrum Pieterburen slaat alarm vanwege het grote aantal verstoorde zeehondenpups dat ze tot zo ver heeft moeten opvangen. Het centrum heeft dit seizoen in korte tijd 33 pups opgevangen, waarvan maar liefst in 10 gevallen acties van omstanders de directe aanleiding tot opvang waren. Ter vergelijking: in 2022 ging het om respectievelijk 19 opgevangen dieren, waarvan 3 door verstoring. Waarschijnlijk speelt dit jaar het warme weer mee dat er meer mensen op de stranden zijn, maar hun gedrag van sommige mensen rondom zeehonden laat ernstig te wensen over. Het gaat dan van selfies maken, zeehonden aaien, huisdieren in de buurt laten komen, tot zelfs stenen gooien naar de dieren. Deze verstoring zorgt ervoor dat de moeder niet meer terug komt, waardoor de hulpeloze pup alleen achterblijft. Wordt deze niet opgevangen, dan is de kans groot dat het overlijdt.

      “Vanuit dierenwelzijn vindt het Zeehondencentrum Pieterburen dit bijzonder kwalijk”

      Niek Kuizenga.

      Gevaar voor mens en dier

      Bovendien is het aanraken van zeehonden, zelfs de kleine pups, niet zonder gevaar. Het zijn de grootste roofdieren van Nederland. Zeehonden hebben een krachtige beet die bij mensen tot heftige ontstekingen kan leiden. Een zeehondenbeet moet met speciale antibiotica behandeld worden. In twee gevallen werden pups in de armen van kinderen geplaatst voor een foto. Een groot risico voor zowel mens als dier.

      Zeehondenakkoord

      Op 4 juni 2020 is het Zeehondenakkoord getekend en van kracht gegaan. Dit akkoord moet het opvangen van zeehonden voorkomen, door meer te werken met observatie en verplaatsing. Zo komt het bij pups vaker voor dat deze uren alleen liggen, wanneer de moeder op jacht is. Dit is ook gebleken uit eerder gedragsonderzoek naar zeehonden(moeders) in de Dollard. Pups liggen soms tot wel 8 uur alleen, zonder nadelige gevolgen. Een alleen liggende pup is dus niet altijd in nood en moet met rust worden gelaten. Tenslotte is in het akkoord ook opgenomen dat voor de veiligheid van het dier, maar ook die van de mens, het verboden is om zelf actie te ondernemen. Enkel gecertificeerde zeehondenwachters mogen dit en staan in nauw contact met het opvangcentrum in wiens gebied zij actief zijn. Het is aan de opvangcentra om te bepalen of een zeehond al dan niet moet worden opgevangen.

      Lees verder

      Lees verder

      Bouw update WEC

      Nieuws

      De bouw van het Werelderfgoedcentrum in Lauwersoog is in volle gang. Op dit moment wordt er hard gewerkt aan de fundering van het gebouw. Een onderdeel daarvan is het gieten van beton. Voor zo’n groot gebouw is daar een hoop voor nodig. Gister was er zelfs een file aan betonvrachtwagens om het af te leveren. Bekijk hier de timelapse van de voortgang van afgelopen weken: http://timelapsebot.netcamviewer.nl/download/NCVTimelapser_CID_1437_PID_image_PSN_image_2023-06-01_06-18-37-1686142474.mp4 

      Wil je de werkzaamheden van het Werelderfgoedcentrum op de voet volgen? Dit kan via de BouwApp!

      Bekijk ook

      Lees verder

      Lees verder

      Zeehondencentrum Pieterburen vangt eerste pup van de zomer op

      Nieuws

      Zeehondencentrum Pieterburen heeft de eerste gewone zeehondenpup van deze zomer opgevangen. Het dier was gevonden door omstanders. Zij zagen geen moeder in de buurt en dachten dat het hulp nodig had. Het Zeehondencentrum wil iedereen erop wijzen dat het verboden is om zeehonden aan te raken, behalve voor getrainde zeehondenwachters. Dit is de enige manier waarop operationele zeehondenopvangcentra het beleid volgens het Zeehondenakkoord kunnen nastreven.

      Bekijk ook

      Op vrijdagmiddag 19 mei kwamen omstanders een gewone zeehondenpup tegen in de buurt van Sint Jacobiparochie. Deze lag alleen in het slik zonder dat er een moeder in de buurt was. Aangezien het om een jong dier ging, gingen de omstanders ervanuit dat het niet voor zichzelf kon zorgen. Daarom besloten ze de pup mee te nemen. Vervolgens hebben zij Zeehondencentrum Pieterburen gebeld om professionele hulp in te schakelen.

      Handelen naar Zeehondenakkoord

      Hoewel het Zeehondencentrum begrip heeft voor de goede intenties, is dit niet de gewenste manier van werken. Het zelf oppakken en helpen van zeehonden is in strijd met het beleid dat is vastgelegd in het Zeehondenakkoord in 2020. In dit akkoord wordt de focus gelegd op het observeren van wilde zeehonden, voordat het besluit wordt genomen of opvang nodig is. Daarom zijn er getrainde zeehondenwachters die de gemelde dieren controleren en alle nodige informatie doorspelen naar het zeehondenopvangcentrum waarvoor zij actief zijn. Vervolgens besluit het centrum of een zeehond naar de opvang wordt gebracht. Deze manier geeft de meeste zekerheid dat opvang de juiste keuze was. Wanneer het publiek besluit om zelf in te grijpen, wordt het voor zeehondenopvangcentra onmogelijk om dit beleid na te streven.

      Pup Crista is vernoemd naar de klapmuts

      Een zeehondenmoeder kan haar pup tot wel 8 uur alleen laten, zonder dat er iets aan de hand hoeft te zijn. Helaas was de pup te ernstig verstoord om terug te plaatsen in het gebied waar zij vandaan kwam. Daarop werd dan ook besloten om het dier op te vangen. Eenmaal in Pieterburen kreeg zij de naam Crista. Deze naam is afgeleid van de wetenschappelijke naam voor de klapmuts, de Cystophora cristata. Een zeehondensoort die normaliter niet in Nederland voorkomt, maar die in maart dit jaar een jong baarde op Vlieland. Een unieke gebeurtenis en daarom de inspiratie voor de naam van de eerste pup deze zomer. Waarschijnlijk was zij hoogstens zes dagen oud en prematuur geboren. Dat maakt haar nog erg zwak en zij wordt daarom nauwlettend in de gaten gehouden door de dierenartsen en intensief verzorgd. De pup is op dit moment op veilige afstand te bewonderen in het Zeehondencentrum.

      Pupseizoen in volle gang

      De eerste pup markeert de start van het geboorteseizoen van de gewone zeehond. Vele pups zullen de komende tijd geboren worden en zo’n drie à vier weken melk krijgen van de moeders. Alle zeehondenopvangcentra en zeehondenwachters blijven daarom oproepen om juist nu zo veel mogelijk afstand te houden van zeehonden, zodat moeder en pup deze zoogperiode ongestoord kunnen doorkomen. Wanneer mensen toch twijfels hebben over de gezondheid van een dier moeten zij melding doen via 144 (24 uur per dag bereikbaar). Na melding worden zeehonden minstens 24 uur geobserveerd, omdat uit onderzoek blijkt dat veel zeehonden zichzelf goed kunnen redden – mits ze voldoende rust krijgen in die 24 uur. Zeehondenwachters kunnen daarvoor zorgen door gebieden af te zetten en het publiek te informeren, terwijl ze in contact blijven met de zeehondencentra over de toestand van het dier.

      Lees verder

      Lees verder

      Pokkenvirus bij zeehonden

      Kennisbank

      Bij zeehonden komt het pokkenvirus voor. Een virus waarbij zeehonden stevige huidknobbeltjes krijgen op onder andere de kop, nek en flippers. Meestal gaan de pokken vanzelf weer weg. In het Zeehondencentrum doen we er alles aan om eventuele besmetting te voorkomen.

      Bekijk ook

      • Zeehond - moeder en pup zogen

      Pokkenvirus

      Het pokkenvirus bij zeehonden is een andere soort dan het (water)pokkenvirus dat bij mensen voorkomt en hoort bij de parapoxvirus familie (1). Maar zeehonden kunnen dit virus wel overdragen naar mensen (2). Om de kans hierop zo klein mogelijk te maken, dragen onze zeehondenverzorgers beschermende kleding, handschoenen en mondkapjes.

      Symptomen van het pokkenvirus

      De naam van het virus verwijst naar een van de duidelijkste kenmerken: de pokken. Pokken zijn kleine stevige huidknobbeltjes. Ze zijn tussen de 1 en 3 centimeter groot en ze kunnen over het hele lichaam zitten (3). Bij zeehonden zien wij ze vaak op de kop, nek en flippers.

      Hoe komen zeehonden aan pokken?

      Deze ziekte komt regelmatig voor bij zeehonden in onze opvang. Dit komt doordat de ziekte beïnvloed wordt door stress. Het is onduidelijk hoe zeehonden aan het virus komen, maar de zeehond heeft het virus al bij zich voordat zij wordt opgevangen. We weten dit pas als het virus zichtbare klachten geeft. Als de zeehond wordt opgevangen en stress krijgt, dan kan het virus zich ‘uiten’, wat betekent dat de zeehond na een tijdje in de opvang kleine stevige huidknobbeltjes op haar huid krijgt.

      Besmetting

      De pokken zijn pas besmettelijk als ze open zijn en er bloed uitkomt. Om te voorkomen dat een zeehond met het virus een andere zeehond besmet, zitten zeehonden met pokken alleen in een verblijf in het Zeehondencentrum. Ze mogen ook pas vrijgelaten worden als de pokken zijn verdwenen, zodat wilde zeehonden niet besmet raken.

      Behandeling van pokken

      Meestal is er geen behandeling nodig. De pokken verdwijnen vanzelf na verloop van tijd, meestal rond de 4-6 weken. Als een zeehond last van het pokkenvirus krijgt, dan kunnen we alleen de klachten bestrijden. Als de zeehond pijn heeft, dienen we pijnstillers toe. Als de pokken geïnfecteerd zijn met een bacterie behandelen we dat met antibiotica. Daarnaast houden we het zwembadwater zo schoon mogelijk en zit er zout bij in waardoor wondjes schoon blijven. Nadat de pokken zijn verdwenen, houden de zeehonden er soms kale plekken of littekenweefsel aan over.

      Bronnen

      1. Becher P, Konig M, Muller G, Siebert U, Thiel HJ (2002) Characterization of sealpox virus, a separate member of the parapoxviruses. Arch Virol 147: 1133–1140 DOI 10.1007/s00705-002-0804-8
      2. Clark C, McIntyre PG, Evans A, McInnes CJ, Lewis-Jones S (April 2005). “Human sealpox resulting from a seal bite: confirmation that sealpox virus is zoonotic”.  J. Dermatol. 152 (4): 791–3. doi:10.1111/j.1365-2133.2005.06451.xPMID 15840117S2CID 38466772.
      3. Sealpox Virus in Marine Mammal Rehabilitation Facilities, North America, 2007–2009 Amira A. Roess,1 Rebecca S. Levine, Laura Barth, Benjamin P. Monr oe, Darin S. Carroll, Inger K. Damon, and Mary G. Reynolds. Emerging Infectious Diseases • www.cdc.gov/eid • Vol. 17, No. 12, December 2011

      Op deze pagina

      Lees verder

      Lees verder

      Herpes bij zeehonden

      Kennisbank

      Het herpesvirus dat zeehonden bij zich kunnen dragen is niet hetzelfde herpesvirus dat wij mensen kunnen krijgen. Het is een zeer besmettelijk virus, daarom zetten wij alles op alles om eventuele verspreiding te voorkomen in het Zeehondencentrum.

      Bekijk ook

      • Zeehond onder water

      Soorten herpes

      Herpes is een virus dat zeehonden na besmetting de rest van hun leven bij zich dragen. Dit virus is niet hetzelfde herpesvirus dat mensen kunnen krijgen. Van dit phocine herpesvirus (PhHV) bestaan er zeven varianten.

      Wist je dat…

      Onze dierenarts Ana samen met andere wetenschappers de zevende variant van het phocine herpesvirus heeft ontdekt? (1)

      Wij vinden het heel bijzonder dat onze hoofddierenarts Ana Rubio García bij de groep wetenschappers hoort die in 2014 deze zevende variant heeft ontdekt (1). Als zeehonden in onze opvang herpes bij zich dragen, dan gaat het bijna altijd om deze zevende soort.

      Symptomen van herpes

      Herpes is niet duidelijk zichtbaar door één specifieke klacht of verandering van het uiterlijk. Zeehonden kunnen verschillende klachten tegelijkertijd hebben. Mogelijke symptomen van herpesvirussen zijn:

      • Loopneus (vaak met bloed)
      • Ontstoken mondslijmvlies
      • Braken
      • Diarree
      • Koorts
      • Hoesten
      • Longontsteking
      • Haaruitval bij grijze zeehonden (2)

      Herpes blijft voor altijd in het lichaam van de zeehond aanwezig. Daardoor kunnen de klachten af en toe terugkeren. Zoiets vergelijkbaars gebeurt ook bij mensen. De koortslip, een geïrriteerd blaasje dat sommige mensen krijgen rondom de mond, is een kenmerk van het herpesvirus (herpes labialis). Als je besmet raakt met de koortslip, dan houd je dit virus de rest van je leven bij je (3). Bij stress of koorts kun je regelmatig weer een koortslip krijgen, die na verloop van tijd altijd weer verdwijnt.

      Hoe komen zeehonden aan herpes?

      Herpes is een zeer besmettelijke ziekte. Zeehonden kunnen het aan elkaar overbrengen via virusdeeltjes de lucht. Daarom is het erg belangrijk om een zeehond met herpes direct te scheiden van de andere zeehonden in de opvang, door ze in separate verblijven te plaatsen.

      Behandelen van herpes

      Er bestaat geen medicijn tegen herpes. Wel proberen we de klachten van het virus tegen te gaan, bijvoorbeeld door de koorts verlagen met medicijnen. Ook kunnen we het ontstoken mondslijmvlies behandelen door te geven. Zodra de zeehond geen klachten meer heeft, dan is zij niet meer besmettelijk. Het dier kan dan weer bij andere zeehonden in een verblijf zijn en uiteindelijk vrijgelaten worden.

      Bronnen

      1. Bodewes R, Contreras GJS, García AR, Hapsari R, van de Bildt MWG, Kuiken T, Osterhaus ADME. Identification of DNA sequences that imply a novel gammaherpesvirus in seals. J Gen Virol. 2015;96(Pt 5):1109–14.
      2. Field, C. L. (2022, 7 juli). Viral diseases of marine mammals. MSD Veterinary Manual. Geraadpleegd op 30 juni 2022, van https://www.msdvetmanual.com/exotic-and-laboratory-animals/marine-mammals/viral-diseases-of-marine-mammals
      3. Herpes labialis (koortslip) | RIVM

      Op deze pagina

      Lees verder

      Lees verder

      Influenza bij zeehonden

      Kennisbank

      Influenza is een virus waar je vast vaker van hebt gehoord. Dit wordt namelijk ook wel griep genoemd. Wat je misschien niet wist, is dat het influenzavirus ook bij zeehonden kan voorkomen.

      Bekijk ook

      • Zeehond - Zeehondenmoeder en pup

      Soorten influenza

      Er zijn in totaal vier typen influenza. Type A, B en C zorgen voor griep bij mensen. Types Influenza A en B kunnen voorkomen bij zeezoogdieren, zoals zeehonden. Influenza kan voor een enorme ziektegolf zorgen bij wilde zeehonden.

      Symptomen van influenza bij zeehonden

      Influenza is niet duidelijk zichtbaar door één specifieke klacht of verandering van het uiterlijk. Zeehonden kunnen verschillende klachten tegelijkertijd hebben. Van influenza B zijn de kenmerken niet bekend. Mogelijke kenmerken van influenza A zijn:

      • Verzwakking
      • Slechte coördinatie
      • Kortademig
      • Gezwollen nek
      • Witte of bloederige loopneus
      • Longontsteking

      Hoe komen zeehonden aan influenza?

      De virusdruppeltjes worden verspreid door onder andere hoesten en niezen, en worden dan weer ingeademd. Influenza is ontzettend besmettelijk. Niet alleen voor zeehonden, maar ook voor mensen.

      Gewone zeehonden

      Gewone en grijze zeehonden kunnen ziek zijn van influenza. Opvallend is dat voornamelijk gewone zeehonden last hebben van het influenzavirus. Bij verschillende grote uitbraken van het virus stierven er vooral gewone zeehonden. De laatste uitbraak van influenza was in 2014, waarbij in totaal duizenden gewone zeehonden dood aanspoelden aan de kust van Nederland, Duitsland, Denemarken en Zweden (1).

      Vogelgriepvirus bij zeehonden

      Zeehonden kunnen ook influenza krijgen van vogels. In oktober 2015 was het vogelgriepvirus (H10N7) de veroorzaker van grote sterfte onder gewone zeehonden (2). Waarschijnlijk liepen zeehonden het virus op door direct of indirect contact met wilde vogels of hun uitwerpselen.

      In juni 2022 vonden onderzoekers het vogelgriepvirus in drie zeehonden in Duitsland, maar het heeft niet voor een enorme uitbraak gezorgd. Het feit dat het virus van een vogel overgedragen wordt naar een zeezoogdier, betekent dat de kans aanwezig is dat mensen ook besmet kunnen worden.

      Behandelen van influenza

      Het is niet mogelijk om influenza te bestrijden. Er is geen medicijn tegen dit virus. We kunnen alleen proberen de klachten te verminderen en wachten totdat de zeehond weer beter wordt.

      Bronnen

      1. Bodewes R, Rubio García A, Brasseur SM, Sanchez Conteras GJ, van de Bildt MWG, Koopmans MPG, et al. (2015) Seroprevalence of Antibodies against Seal Influenza A(H10N7) Virus in Harbor Seals and Gray Seals from the Netherlands. PLoS ONE 10(12): e0144899. doi:10.1371/journal. pone.0144899
      1. Zohari S, Neimanis A, Härkönen T, Moraeus C, Valarcher JF. Avian influenza A(H10N7) virus involvement in mass mortality of harbour seals (Phoca vitulina) in Sweden, March through October 2014. Euro Surveill. 2014;19(46):pii=20967. Available online: http://www.eurosurveillance.org/ViewArticle.aspx?ArticleId=20967 

      Op deze pagina

      Lees verder

      Lees verder

      Volwassen grijze zeehond

      Nieuws

      Afgelopen zondag is Cornelia vrijgelaten! Deze volwassen grijze zeehond kwam 21 februari verzwakt bij ons binnen. En nu is ze weer sterk genoeg om terug te gaan naar de Waddenzee. Samen met andere grijze zeehonden is ze vrijgelaten. Het was een prachtige vrijlating bij zonsondergang.

      Het gebeurt niet vaak dat we een volwassen grijze zeehond in de opvang hebben. Vrijwilliger Martina Zilian heeft mooie foto’s van haar gemaakt. 

      Bekijk ook

      • Zeehond cornelia Foto: Martina Zilian

      • Close up van zeehond cornelia Foto: Martina Zilian

      • Volwassen grijze zeehond Cornelia Foto: Martina Zilian

      Lees verder

      Lees verder

      Collega Sander op tv programma Tijd voor Max

      Nieuws

      De geboorte van een klapmuts op Vlieland was bijzonder nieuws. Onze collega Sander van Dijk was uitgenodigd bij het tv programma Tijd voor Max om meer te vertellen over de deze zeehondensoort. Hij had onder andere een schedel van klapmuts meegenomen om te laten zien aan de kijkers. Ook was Gerard Koster Joenje van vlielandplaatjes.nl erbij om wat mooie beelden te laten zien. De onderstaande afbeeldingen zijn ook van Gerard. 

      Bekijk hier het fragment.

      Bekijk ook

      Lees verder

      Lees verder